Breviarium Spinozanum: Atheismus

0
483

Breviarium betekent 'kort overzicht van’. Breviarium Spinozanum betekent dan: kort overzicht van het Spinozisme. Heel af en toe zal ik trachten onder deze titel een kort overzicht van een Spinozistisch onderwerp te geven. Vandaag dus over Spinoza en het atheïsme.

Was Spinoza atheïst? Ik herinner me een discussie tussen Steven Nadler en Herman De Dijn in 2008 in de Amsterdamse Westerkerk, waarbij de eerste de positie innam dat Spinoza duidelijk een atheïst was, hetgeen de tweede bestreed. Zoals meestal geldt: het is maar hoe je het bekijkt – wat ‘atheïsme’ voor de spreker betekent. Ikzelf neigde eerder (dat blijkt uit vroegere blogs) naar de opvatting dat – alles wel beschouwd – Spinoza atheïst was. Hoe meer ik mij in Spinoza verdiep en oude, door opvoeding etc. aangeleerde zienswijzen afleer, hoe minder ik nog geneigd ben Spinoza als atheïst te zien – dat is niet in overeenstemming met zijn filosofie.

Eén ding is zeker: Spinoza is zeer dikwijls voor atheïst uitgemaakt. Zozeer zelfs – dat blijkt heel duidelijk uit de boeken van Jonathan Israel – dat gedurende enige eeuwen ‘spinozisme’ gelijk stond aan ‘goddeloosheid’ of ‘atheïsme.’ Toen men eenmaal doorhad (en dat gebeurde vrij snel) dat de God van Spinoza niets weg had van de God van de Bijbel, van de God van Abraham, Isaac en Jacob, zoals bijvoorbeeld Pascal het lekker pathetisch kon zeggen, dan was voor de aanhangers van die God Spinoza heel duidelijk een ongodist.

Maar Spinoza zelf moest niets hebben van die duiding. (Ik gebruik in het volgende de vertalingen van F. Akkerman).