Even melden: sinds augustus 2013 staat bij de DBNL gedigitaliseerd (maar niet vermeld op de Spinoza-pagina!):
SPINOZA.
Rede tot inwijding van het herstelde Spinozahuis te Rijnsburg
op den 24 Maart 1899 uitgesproken
DOOR
G. ]. P. ]. BOLLAND,
hoogleeraar aan 's Rijks universiteit te Leiden.
1899
Bolland was op 12 juni 1897 voorzitter van de Vereniging Het Spinozahuis geworden en trad in 1901 alweer af.
Door deze digitalisering kunnen we allemaal zelf die potsierlijke zin op blz. 5 en 6 lezen, die al een voorafschaduwing van Bolland's latere rabiate antisemitisme is:
“Wat hiervan zij, uit het boek van onzen landgenoot K.
O. Meinsma over “Spinoza en zijn kring" hebt Gij U duidelijk kunnen maken,
hoezeer de wijze jood met de geestesgeschiedenis van het Nederland der
zeventiende eeuw valt saam te denken, en wel verre dat ik bij Ulieden iets
zoude duchten van den jodenhaat, waardoor met name het diep gezonkene Frankrijk
onzer dagen zich in den laatsten tijd te schande heeft gemaakt, reken ik op
eene als van zelve sprekende instemming aller aanwezigen, wanneer ik het niet
eens geheel betamelijk noem, in het bijzijn hier van hooggeachte joodsche
landgenooten de zelfs iet of wat potsierlijke verzekering uit te spreken, dat
een geboren Nederlander, die Nederlandsch op onzen grond gedacht heeft en
gesproken en Nederlanders tot vrienden heeft gehad, van zijne verdiensten en
zijne eerwaardigheid door eene Semitische afkomst in onze oogen niets verliezen kan.”
Kortom, we hoeven Spinoza z'n joodse afomst niet kwalijk te nemen!
[Cf blog over Otterspeer's biografie over Bolland]