Het is op dit blog al vaker gegaan over welke naam Spinoza zelf hanteerde. Zo was er het blog van 13 juni 2013: "Spiñoza was eigenlijk de naam… we noemen hem Spinoza", waarin ik een artikel over de juiste naamgeving van Gebhardt overnam. Hem ging het alleen over de correcte achternaam; de voornaam liet hij aan ieders eigen voorkeur over. Ik vind dat merkwaardig en respectloos naar de betreffende persoon. Ik vind dat je de naam hoort te gebruiken, waaraan die persoon zelf de voorkeur gaf of geeft.
Bekend is dat Spinoza na het overlijden van zijn vader in 1654, diens zaak voortzette samen met zijn jongere broer onder de naam "Bento y Gabriël Despinoza”. Dit kon slechts duren tot de ban daar een einde aan maakte. Zo weten we in ieder geval dat hij zich voor de herem of ban Bento noemde.
Van na die tijd is een belangrijk feit dat hij op de titelpagina van z'n eerste boek dat in 1663 verscheen, de PPC, Renati Des Cartes principiorum philosophiae Pars I, & II, More Geometrico demonstrata, liet plaatsen dat het geschreven was (door)
per Benedictum de Spinoza Amstelodamensem.
Nog sterker acht ik de wijze waarop hij zijn brieven ondertekende. Nu zijn door de redacteuren van de Opera Posthuma de meer persoonlijke dingen weggelaten – zo ook bij de meeste brieven de slotformules en ondertekening. Maar een aantal van Spinoza's brieven zijn in handschrift overgeleverd. De meeste ondertekende hij met B. de Spinoza. Zie hier het overzichtje uit dat stuk van Gebhardt: