Alan Donagan (1925-1991) was een groot Spinoza scholar

0
424


Toen ik zijn artikel "Spinoza’s Proof of
Immortality" waarover het
vorige blog ging, had bestudeerd, wilde ik meer van hem te
weten komen en toen ik zag hoe serieus hij met Spinoza is bezig geweest, werd
het tijd voor een blog over hem. Aan zijn Spinoza-boek dat in 1988 verscheen,
waren diverse artikelen en lezingen vooraf gegaan. In dat boek schreef hij in
de inleiding (p. xiv):


“The number of possibly true philosophies there is some
reason to believe is very small indeed, and the philosophical interest of every
one of them is correspondingly great. Spinoza's is of that number.”


Volgens wikipedia was hij een invloedrijk 20e
eeuws filosoof vooral vanwege zijn theorieën over de geschiedenis van de
filosofie en de aard van de moraal. Zijn bekendste boek was The Theory of Morality (1977) waarin hij
zich hard maakte voor de Hebreeuws-christelijke traditie, zoals die door Thomas
van Aquino en Kant gedeeld werden. In het herdenkingsartikel van Curley, dat ik
aan het eind van het blog noem, is te lezen dat hijzelf in een transcendente
God geloofde. Des te opvallender is het dat hij zich zo met Spinoza heeft
verstaan en daarbij Spinoza volstrekt in zijn waarde laat. Als hij Spinoza kritiseert
over onduidelijke en/of niet-overtuigende plaatsen in zijn werk, doet hij dat
niet om Spinoza te bestrijden, maar om hem zo diepgaand mogelijk te begrijpen. Zo
eindigde hij zijn 1987-paper voor de Hebreeuwse Universiteit van Jerusalem met:
“It is not discreditable to Spinoza that he himself now and then lost sight of
what he was doing, and fell back into familiar and accepted ways of thinking.
What matters is that the structure of his thought is clear enough to reveal his
lapses from it.”