Het vorige blog kon ik brengen door de dingen die ik tegenkwam
ter voorbereiding van dit blog dat ik maak nadat ik weer eens het boek las van Rebecca
Goldstein, De onbekende Spinoza [Uitgeverij
Atlas, Amsterdam, 2007 (oorspr. Betraying
Spinoza, 2006)]. Ik besprak het op 03-11-2007, op 17-02-2009, en op 28-10-2014. Deze vierde lezing brengt mij tot dit blog,
waarin ik wil betogen dat verdergaand dan Rebecca Goldstein aantoont, er nog joodse
aspecten in Spinoza aan te wijzen zijn.
[1] Voor Steven Nadler (met wie ik het dus niet geheel eens ben) was Spinoza – zo is te lezen in zijn Spinoza. A Life – volkomen losgeraakt
van het jodendom. Hij was wel als jood geboren en opgevoed, maar had er niets
meer mee te maken – voelde zich er na zijn vertrek (na zijn uitstoting) niet
meer bij horen. Als hij in de TTP over de joden (de Hebreeën) schrijft, heeft hij
het over ‘ze’, nooit over ‘we’. Deze positie horen we hem ook innemen in dit
interview (vanaf ca. 10:00) dat op 17 april 2014 werd uitgezonden door het Luxemburgse Minerva
[cf. blog].