In het verlengde van het blog van 26 jan. 2017, “Het jodendom dat nog in Spinoza te
vinden is”, vind ik het wel aardig een paragraaf uit het
Vloemans, Spinoza, de mensch, het leven
en het werk [s'-Gravenhage: Leopold, 1931. – XVI, 607] in dit blog op te nemen.
In 2014 schreef ik in totaal en tiental blogs over Vloemans. Na het herlezen
van de biografieën / monografieën van Nadler en Goldstein, kreeg ik weer
interesse in het gedegen werk van Vloemans.
Na een inleiding met korte historische schetsen van
voorgeschiedenis en context in de Nederlanden en in Spanje, beschrijft hij in “Eerste
episode” Spinoza in Amsterdam. Na paragrafen over Spinoza’s leertijd in
Amsterdam, waarover zo weinig bekend is, geeft hij in een zevende paragraaf een
impressie van wat hij noemt: “De breuk met de traditie”. En ook al stelt Henri Krop in zijn Spinoza. Een paradoxale icoon van Nederland [2014] niet helemaal ten onrechte (p. 660) dat zowel Antoon Vloemans als Theun de Vries Spinoza als volledig vervreemd van zijn joodse gemeenschap beschouwden en zonder enige binding met het jodendom, toch proef ik in de betreffende hierna geciteerde paragraaf bij Vloemans nog een zweem van erkenning van enige betrokkenheid door de breuk heen.